O.L.V.-ten-Poelkerk - Grote Markt
Deze kerk wordt beschouwd als de wieg van de Brabantse hooggotiek. Het koor dateert van 1358-1359. Het grondplan en de portalen, die in 1913 werden gerestaureerd, zijn van de hand van Jan van Osy uit Valenciennes. De drie portalen in de westgevel zijn versierd met nissen, waarvan de sokkels gebeeldhouwde taferelen voorstellen uit het Oude en het Nieuwe Testament en vermoedelijk ook uit de bouwgeschiedenis van de kerk. De zijbeuken werden gebouwd naar de plannen van Jacob van Gobertingen (ook van Tienen genoemd) en Botso van Raetshoven (1383-1410). Het transept en de toren (1410-1438) zijn van de hand van Sulpitius van Vorst, die op het einde van de 15de eeuw werd opgevolgd door Mathias de Layens.
Na een brand werd de 70 meter hoge toren in 1654 bekroond met een barokke spits. In de eerste helft van de 19de eeuw vonden enkele verbouwingen plaats en werd de kerk uitgebreid met twee zijkoren en een sacristie. Het meubilair (altaren en biechtstoelen) zijn overwegend barok.
Oorspronkelijk was deze kerk een bedevaartkapel, gebouwd ter ere van Onze-Lieve-Vrouw-ten-Poel. Het miraculeuze beeld, van de hand van Walter Pans, bevindt zich nu boven het hoogaltaar. Aan de bouw is trouwens een legende verbonden waarin de Heilige Maagd en de inmiddels gedempte poel een hoofdrol spelen. Slechts in 1802 werd deze kapel een volwaardige parochiekerk. In 2002 werden het kruis en de haan, die enkele decennia van de toren verdwenen waren, teruggeplaatst.